Sagittale balans veranderingen

Introductie

Wat is sagittale balans?

De mens heeft in haar evolutie enkele grote veranderingen ondergaan wat betreft de wervelkolom sinds de overgang van het lopen op 4 voeten (quadrupedaal) naar 2 voeten (bipedaal). Een van de voorwaarden hiervoor is dat wij ons zwaartepunt kunnen balanceren boven onze heupen.

Onze heupgewrichten zijn 2 kogelgewrichten. Vanaf de zijkant gezien is het middelpunt van deze twee kogels het centrum waarop wij balanceren. Met de holling in onze onderrug (lordose) en onze nek kunnen we de bolling in de bovenrug (kyfose) compenseren. De zwaartelijn gemeten vanaf onze tweede nekwervel (de C2-loodlijn) loodrecht naar beneden dient achter of door dit centrum heen te verlopen voor ons om te kunnen staan in een positie waarin dit ons niet teveel energie kost.

Valt deze lijn voor de heupkoppen uit dan is er mechanisch gezien behoefte aan ondersteuning van buiten af zoals een stok of een rollator om ons te ondersteunen. Op dat moment is het lichaam bij staan niet in balans en kost het staan ons erg veel energie.

links: normale sagittale balans, midden: gecompenseerde sagittale balans: retroversie van het bekken, rechts: ongecompenseerde sagittale balans: C7 loodlijn voor de heupkoppen.

 

Ontstaan

Uitdroging van de tussenwervelschijven

Het proces van veroudering gaat gepaard met uitdroging van onze tussenwervelschijven die de wervelkolom ondersteunen maar die ook verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de vorm van de wervelkolom.

Holling in de onderrug

Lordose (holling) onderin onze rug wordt vooral bepaald door de vorm van onze onderste twee tussenwervelschijven (2/3 deel van de lordose komt van deze twee niveaus). Deze zijn qua vorm hoog aan de voorkant en smal aan de achterzijde. Doordat zij de grootste krachten in ons lichaam moeten dragen zien we helaas op dit niveau het vaakst slijtage optreden.

Bij slijtage verdwijnt de oorspronkelijke vorm van de tussenwervelschijven waardoor een platte samensmelting van twee wervels zonder tussenwervelschijf uiteindelijk het gevolg is. Om met dit verlies van lordose om te kunnen gaan moeten de segmenten erboven meer naar achteren kantelen maar dit is niet altijd goed mogelijk. Een van de voorspellers die dit bepaalt is het type wervelkolom waarmee we worden geboren.

Mate van holling in de onderrug

De mate van holling in de onderrug komt min of meer overeen met de hoek die we de “pelvic incidence” noemen. Deze hoek wordt gemeten tussen de loodlijn op de bovenzijde van onze heiligbeenwervel no. 1 en het centrum van de eerder genoemde heupkoppen. Deze waarde verandert niet tijdens ons leven (vergelijk het met onze schoenmaat).

Is deze pelvic incidence groot dan is er ook behoefte aan de diepe lordose (hoge waarde). Bij kleine pelvic incidence is deze waarde van lordose ook klein. In die categorie vallen dan ook eerder de klappen als het gaat om de impact van het verliezen van lordose tijdens het verouderingsproces.

Compensatie

Onbewuste methodes

Een van de methodes die wij als mens onbewust toepassen om vervolgens niet voorover te vallen doordat onze onderrug vlak wordt en we het lichaam niet meer boven onze heupen kunnen houden is de kanteling van het bekken.

Kantelen van het bekken

Het bekken is in staat om naar achteren te kantelen en daarmee het zwaartepunt ook naar achteren te verplaatsen. Dit noemen we de “pelvic tilt”. Mensen met een grote pelvic incidence zijn beter in staat om het bekken te kantelen dan als die waarde klein is. Van buitenaf is dit vaak goed zichtbaar doordat de billen minder prominent te zien zijn en de onderbuik wat naar voren komt.

Het is ook goed te voelen doordat hamstrings en peesplaat ter weerszijde van onze heupen (dit noemen we de tractus iliotibialis) strak komen te staan. Dit wordt nogal eens uitgeboekt als slijmbeursontsteking van de heup.

Aandoeningen aan de wervelkolom passend bij verschillende vormen van anatomie

Typische ziekte kenmerken van de verschillende type wervelkolom zien we met name tussen de hernia klachten en facetartrose klachten. Type 1 en 2 wervelkolom varianten (weinig lordose) kennen vooral veel hernia problemen terwijl de type 3 en 4 meer gekenmerkt worden door facetartrose.

Verstoring

Vermindering van de botkwaliteit

Naast slijtage van tussenwervelschijven hebben zaken als osteoporose (botontkalking) en daarmee mogelijk gepaard gaande eerdere wervelinzakkingen/breuken een extra zware bijdrage aan de verstoring van de balans.

Door vermindering van onze botkwaliteit kunnen de wervels van de borstwervelkolom met name wat wigvormig afvlakken zodat een optelsom van deze afvlakking al snel meerdere graden toename in kyfose geven. Dat moet dan ook weer gecompenseerd worden om rechtop te blijven staan.

Ingezakte wervel

Aangezien dit proces geleidelijk gaat treft het ons minder heftig dan als we op dat moment ook nog vallen en een wervelbreuk (inzakking) oplopen. Deze kan dan binnen een paar weken een forse wighoek veroorzaken. Vaak treden deze breuken het meest op in het gebied tussen de stugge borstwervelkolom en de meer flexibele lendewervelkolom (de thoraco-lumbale overgang). Hierdoor kan na het genezen van de breuk (doorgaans in 6-12 weken) de heftigste pijn van de breuk overgaan naar een meer zeurende (soms minstens zo heftige) pijn in de onderrug omdat we proberen de wighoek te compenseren met ook maximale holling in de vaak al door slijtage getroffen lage rug segmenten (vooral de onderste 2 niveaus). Zelfs een stressbreuk in dit gebied (spondylolysis) kan hierdoor het gevolg zijn.

Operatieve behandeling aan de wervelkolom

Een andere manier waarop problemen met de balans kunnen ontstaan is door operatieve behandeling aan de wervelkolom waarbij twee of meer wervels aan elkaar vast gezet worden (spondylodese). Als de stand waarop deze worden vastgezet niet overeenkomt met de mechanica van de rug (bijvoorbeeld een fixatie in vlakke positie op de onderste niveaus van de wervelkolom zonder holling waar dit op juist dit niveau nodig is) kunnen er in vrij korte tijd aangrenzende problemen ontstaan. Hierdoor moeten soms onnodig grotere operaties worden gedaan om de eerste fout te corrigeren.

Slijtage van de heup(en)

Ook een ernstige slijtage van de heup(en) kan ons fors in de problemen brengen. Heup slijtage zorgt voor een verstijving van het kogelgewricht. Vaak kan dit gepaard gaan met het niet meer goed kunnen uitstrekken van de heup, een mechanisme dat juist zo hard nodig is om onze pelvic tilt te kunnen uitvoeren. Soms leidt dit tot lastige discussies op de polikliniek als dit het geval is en de patiënt met rugklachten te horen krijgt dat hij of zij eerst een kunstheup operatie moeten ondergaan. Vaak is daarna het rugprobleem grotendeels verlicht en zijn grote rugoperaties niet altijd meer nodig.

Online afspraak aanvragen

Wilt u ook echt gehoord worden? Een gelijkwaardig gesprek over uw pijn, uw zorgen, uw pijnreis? Vraag vandaag nog een afspraak aan en de assistente belt u snel voor de vervolgstappen.
Vraag afspraak aan